donderdag 28 februari 2013

Het realisme

Operettes
een luchtig theaterwerk met  zang, dans en gesproken dialoog
Verisme
het in de literatuur opkomend realisme en naturalisme voert eind 19e eeuw in Italiaanse muziek tot verisme.
Belcanto
letterlijk; schone zang. Lyrische zangstijl met nadruk op klankschoonheid, virtuositeit en volle toon. Opera.
Realismestroming waarbij verwerping van idealistische onderwerpen de academische schildertranten burgerlijke conventiecentraal staan.
Impressionismevanaf 1870. Schilderstijl waarbij het direct waarnemen van de werkelijkheid(impressie) uitgangpunt wordt voor onderwerpskeuze, kleurkeuze en compositie van het doek.
Pointillismeschilderstijl ontwikkeld door Seurat (1859-1891), waarbij wordt gepoogd het lichtverlies dat optreedt bij het mengen van verf, te elimineren door de verf ongemengd, in stippen naast elkaar op het doek aan te brengen. Voor het oog mengen de stippen zich tot nieuwe kleuren.
Symbolisme1870-1916. Stroming in de literatuur en beeldende kunst eind 19e eeuw, waarin wordt gepoogd de niet waarneembare ervaringen (ideeën, dromen en fantasieën) te symboliseren in een waarneembare vorm. Onzichtbaar naar zichtbaar.
jugenstil
eind 19e eeuw. In vele Europese landen voorkomende stijl in zowel de bouwkunst als in de interieurkunst onder verschillende benamingen en in verschillende vormen. Overeenkomsten in de stijlen zijn de vloeiende en decoratielijnen en het vele gebruik van glas, giet- en smeedijzer. In tegenstelling tot de bouwkunst van de neostijlen is in hun gebouwen de constructie zichtbaar. De constructie wordt door hen als versiering gebruikt. De naam is ontleend aan het tijdschrift ‘Die Jugend.’

Gustave Courbet (1819-1877) was de eerste realistische kunstenaar.
Jacques Offenbach (1819-1880)opent klein theater op de Champs-élysées. Hij was een excentriek cellovirtuoos. Op een vrolijke en satirische manier maakt Offenbach de buitensporigheden van de maatschappij belachelijk. Drijft spot met de romantiek, de burgerlijke hypocrisie en militarisme.
De Italiaanse componist Giuseppe Verdi (1813-1901)maakte gebruik van het verisme en belcanto. Hij was een nationalist, speelde in op de gevoelens van het Italiaanse volk dat gebukt gaat onder de Oostenrijkse heerschappij. Hij was een revolutionaire verzetsheld.
Jean-Francois Millet(1814-1875) schilder uit Barbizon, keuze voor het landschap als onderwerp van de schilders sluit aan bij de romantiek.
Michael Thonet (1796-1871) gebroeders Thonet ontwierpen meubels die uitzonderlijk waren. Normale meubels hadden gietijzeren prullaria in gotische stijl.
In 1851 word de eerste wereldtentoonstelling in Londen gehouden, in de 19e eeuw heerste drang om de wereld te verkennen en te bereizen. De tentoonstellingen krijgen een mondiaal karakter. Voor de huisvesting van deze eerste wereldtentoonstelling wil het bouwcomité een gebouw neerzetten in een representatieve neostijl. De bouwopdracht wordt toegekend aan Joseph Paxton (1803-1865) die van huis uit bouwer van broeikassen is. Zijn tentoonstellingsgebouw, Crystal Palace lijkt op een broeikas.
Gustave Eiffel  (1832-1923) krijgt de gelegenheid om de ongekende mogelijkheden van staalconstructies te tonen. Dit doet hij met de Eiffeltoren.
Edouard Manet (1832-1883) zend zijn werk in naar de Salon des Refusés wat een schandaal veroorzaakt. De Salon des Refusés is bedoeld als komedie/entertainment
Claude Monet (1840-1926) bewondert Manet, hij gaat verder dan het realisme en is geïnteresseerd in het kijken op zich, als een objectieve registratie van kleur en licht.
August Renoir (1841-1919)
Hij was een impressionist. Hij schilderde veel uit het dagelijks leven
Kitagawa Utamaro (1753-1806)
Hij was een populaire prentenmaker. Laat figuren niet helemaal zien maar liet ze afsnijden.
Edgar Degas (1834-1917)
Invloed van Japanse prenten en fotografie zie je terug in zijn werk
Claude Debussy (1862-1918)
Hij maakte impressionistische muziek. Hij componeert muziek die aansluit bij de idealen van schilders. Hij gebruikte geen hoorbare thema’s en verschillende toonsoorten.
Paul Cézanne (1839-1906) hoewel hij met impressionisten exposeert, ontwikkelt hij een andere richting. Net als impressionisten schildert hij naar de natuur, maar wil zich niet overleveren aan wat er te zien is. Wat we weten beïnvloed ons kijken en dat wil Cézanne uitbeelden, daarnaast wil hij geen afstand doen van de menselijke eigenschap orde te scheppen.
Georges Seurat(1859-1891) Cézanne zoekt een verzoening tussen de methoden van het impressionisme en de behoefte aan ordening. Seurat pakt dit als een wiskundige vergelijking aan. zoekt een nieuwe aanpak om de grauwheid van de traditionele schilderkunst te omzeilen met als uitgangpunt de impressionistische schildermethode. Zijn kleuronderzoek leidt tot het pointillisme.
Van Gogh(1853-1890) beschouwd als een van de eerste expressionisten. In het begin is zijn werk erg vernieuwend. Hij volgt de stijl van Millet een beetje met donkere aardkleuren. In 1886 leert hij het werk van impressionisten kennen in Parijs, vanaf dat moment kiest hij voor heldere, felle kleuren. Net als Seurat brengt hij kleuren ongemengd naast elkaar op het doek aan. geduld om te stipellen heeft hij echter niet dus ontwikkelt hij een werkwijze waarin tekenen en schilderen gecombineerd worden.
Auguste Rodin(1840-1917) beeldhouwer. Werkt jarenlang aan de poort van de hel, een eigentijdse versie van de Apocalyps, zonder het te voltooien. Hij legt zich toe op de studie van klassieke beelden en het werk van Michelangelo maar houdt zich niet aan de traditionele regels. Hij geeft net als de impressionisten voorkeur aan de verbeelding.
Paul Gaughin (1848-1903) in het gezelschap van Van Gogh. Beide schilders zijn laat gaan schilderen. Gaughin is het tegenovergestelde van Van Gogh, hij is trots en eerzuchtig terwijl Van Gogh zendingsdrang heeft. Hij denkt dat de kunst gevaar loopt glad en oppervlakkig te worden. De kennis zouden mensen van hun kracht en diepte van gevoel hebben berooft.
Hector Guimard (1867-1942) word als een van de nieuwe kunstenaars gezien en word gevraagd voor de vormgeving van de bovenbouw van metro-ingangen. Hierin is een metamorfose van de natuur in architectuur en ornamenten met een praktische gebruikswaarde.
Edvard Hagerup Grieg (1843-1907) Noorse componist die het nationalisme in muziek weergeeft.
Henrik Ibsen (1828-1906) Noordse toneelschrijver (toneelmuziek) met stukken die vooral bedoeld is ter overbrugging van de changementen.
Herman Heijermans (1868-1924) (Nederlands) zijn werk is zowel naturalistisch ( uit het leven gegrepen) als romantisch.
Dramateksten werden belangrijker en acteurs moesten zich aanpassen.
Gordon Craig (1872-1966) is een voorstander van eenvoud in decors. Prakticabels, houten stellages om op de toneelvloer een verhoging aan te brengen, trappen en de belichting vormen een toneelbeeld dat tegengesteld is aan de heersende realistische smaak.

Romantiek en realisme: kunstwerken


Jan Teunissen is geboren in 1949 in Veldhoven. Nu woont en werkt hij in Best, Noord-Brabant. Hij volgde een technische opleiding en studeerde later af als bedrijfskundig ingenieur. Als autodidact heeft hij zich vanaf 1983 bekwaamd in het ambacht van de realistische schilderkunst. Tot 2002 deed hij dat naast een baan in het bedrijfsleven om zich daarna volledig op het schilderen te richten.

Teunissen experimenteert met materialen, middelen en onderwerpen. Het bestuderen van menig schilderij  en het onderhouden van contacten met (meester)collega-schilders brachten hem de vaardigheid om op verantwoorde ambachtelijke wijze realistische schilderijen te kunnen maken. De werken van Jan Teunissen genieten meer en meer aandacht en waardering, ook internationaal. Net als William Turner maakt Jan Teunissen gebruik van aquarel, een schilderstijl die ik het mooiste vindt. Zo komt een schilderij bijna tot leven.



William Turner is geboren in 1775 in Londen. Hij is een Engelse romantische kunstschilder, die veel landschappen en vooral marines schilderde. Turner wordt over het algemeen gezien als de “schilder van het licht”. Hoewel hij vooral bekend is om zijn olieverfschilderijen van zeer grote afmetingen, ziet men hem ook als een van de grondleggers van de Engels aquarellandschapsschilderkunst.

De latere werken van Turner vertonen steeds meer aquarelachtig vervloeiing van de vormen. Zijn werken waarin voorwerpen geheel versmelten met het licht werden door het publiek echter minder goed begrepen dan zijn eerdere landschapsschilderijen. Door deze werken wordt Turner vaak onterecht gezien als voorloper van de Franse schilderstroming, het impressionisme.



Deze tekening is van Charles Eyck, een Nederlandse beeldend kunstenaar. Hij deed zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam. Daarvoor was hij begonnen als plateelschilder op de aardewerkfabriek in Maastricht. In 1922 won hij de Prix de Rome. Na een reis door Zweden, Zuid-Frankrijk, Amsterdam, Clamart en Utrecht, vestigde hij zich uiteindelijk in Schimmert. Zijn werk was expressionistisch van vormgeving.

In vergelijking tot het realistisch kunstwerk hierboven, geeft ook deze tekening een winters gevoel terwijl het gebruik van kleur en de schilderstijl verschillend is. Dit vind ik erg knap.

donderdag 15 november 2012

Samenvatting 'De Bespiegeling'


In de elfde en twaalfde eeuw is West-Europa een kleurrijke lappendeken, met daarin overal kleine geïsoleerde woongemeenschappen waar Feodale heren over regeren als vorst. Voedsel en goederen worden voor eigen gebruik geproduceerd. Het katholieke geloof wordt door alle volken in het vroegere West-Romeinse Rijk aanvaard. Kerken en kloosters waren belangrijk. De pelgrimages, waartoe de kerk opriep werden massaal gedaan. Bij het binnentreden van een kerk kregen de bezoekers te maken met het verschrikkelijke laatste oordeel dat in het laatste bijbeldeel, de Apocalyps, wordt beschreven. Een verschrikkelijke vernietiging van de mensheid waarna er beoordeeld wordt of je het ware geloof hebt, alleen dan zul je na de vernietiging opstaan en toetreden tot het eeuwige leven. Dit scenario zorgde voor angst onder de mensen, angst voor de almachtige God. Hiernaast was er ook angst voor de onbekende buitenwereld. Maar daartegen zou de lagere adel bescherming bieden. Er waren namelijk heldhaftige ridders die ze zouden beschermen. De avonturen van deze ridders staan later model voor de ridderroman. In de kloosters wordt geleefd volgens vaste voorgeschreven regels. Al vanaf de 6de eeuw schrijft deze regel voor dat er op vaste tijden gebedsdiensten zijn: de getijden. Iedere week worden volgens een vast rooster alle 150 psalmen gezongen en omlijst met andere gezangen en gebeden in het Latijn. Iedere streek had zijn eigen melodieën. Volgens oude bronnen komt het door Paus Gregorius de Grote dat hierin ordening is aangebracht. Vandaar dat de benaming voor de gezongen psalmen Gregoriaans is. Kenmerken:
Een stemmige vocale (niet gezongen);
melodie in een niet maatgebonden ritme.
De zang van de monniken is altijd bestemd voor de liturgie. De liturgie zijn alle vaste rituelen van een mis. Het liturgisch drama ontstaat vanuit de gezongen missen, waarin zo nu en dan sprake is van een soort rolverdeling en van beperkte dialogen. Er wordt dus meer drama en spektakel toegevoegd. Polytonie had hier een bijdrage bij. Door de meerstemmige muziek kan er meer emotie worden toegevoegd aan de gezongen teksten. Cluny is een gebied in Midden-Frankrijk. Door veel geschenken e.d. is de abdij te Cluny heel rijk geworden en konden ze honderden kloosters bouwen en hun kerk mooi versieren. Tegenwoordig ziet de Cluny-kerk er sober uit, omdat al het goud en zilver niet meer open en bloot in de kerk ligt. In de geschriften van Bernardus van Cilairvaux wordt pracht en praal van de Cluniacenzers aangevallen. De kerken van zijn orde, de Cisterciënzers maken een soberder indruk dan de Cluny-kerken. Voor de liturgie stelt Bernardus nieuwe regels op, waarin voor uiterlijk vertoon geen plaats meer is. Inhoudt wordt belangrijker dan uiterlijk. In Frankrijk worden hofmuzikanten troubadours of trouvères genoemd. Vaak zijn deze van adellijke komaf en hebben een opleiding in een klooster gehad. Belangrijk onderdeel van hun repertoire zijn de minneliederen, hierin wordt de hoofse liefde bezongen. Vaganten of vagebonden zijn middeleeuwse straatartiesten die van stad naar stad trekken. Zij staan laag in aanzien. Over de kunsten van hen is nauwelijks iets bekend, omdat hun muziek weinig werd opgeschreven en een deel werd geïmproviseerd. De Romaanse stijl hield vooral in dat de stad niet draaide om de kerk, maar bijvoorbeeld om het stadhuis. En de dikke muren waren kenmerkend en dienden voor de veiligheid van de bewoners. De gotische stijl is kenmerkend voor dat de kerk wel centraal staat. Bij de gotische architectuur is ook meer aandacht voor versiering en door betere skeletbouw kan er hoger gebouwd worden. Kerken hadden vaak hoge spitsbogen en spitse torens. De versiering in de kerken moeten zorgen voor een sfeer tussen de hemelse heerlijkheid en het slijk der aarde. Abt Suger van de Saint Denis was iemand die dit steunde Zijn idee was om de gedachten: God is licht, over te brengen, hiervoor werden de grote glas in lood ramen bedacht.

Tijdlijn kunstgeschiedenis


donderdag 20 september 2012

Sagrada Familia

De Sagrada Familia is een basiliek in Barcelona naar ontwerp van Antoni Gaudi.  De eerste steen werd gelegd in 1882 maar tot de dag van vandaag wordt nog steeds aan de kerk gebouwd. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog heeft de bouw een tijd stilgelegen. Het gebouw verwacht klaar te zijn ergens in de 21e eeuw. De bouw duurt inmiddels al zo lang dat voltooide delen gerenoveerd moeten worden. Hoewel de kerk nog niet klaar is, werd zij al wel tot basiliek gewijd, op 7 november 2010 door paus Benedictus XVI.

Architect Gaudí ontwierp naast deze basiliek meerdere andere karakteristieke bouwwerken in Barcelona, onder meer Casa Batllóen en Park Güell. Omdat Gaudí voorganger is van het Catalaans modernisme, is de basiliek daar nu het belangrijkste symbool van.